Wat na de ingreep?

Hospitalisatie en nazorg
  • De standaard hospitalisatieduur bedraagt 3 dagen.
  • De dag na de ingreep mag u drinken en vloeibare voeding innemen.
  • Vanaf de tweede dag wordt reeds gestart met vaste voeding.
  • Een kinesist komt dagelijks langs op de kamer voor mobilisatie- en ademhalingsoefeningen.
  • Vóór het ontslag uit het ziekenhuis komt de diëtiste langs en zal met u (nogmaals) de voedingsrichtlijnen doornemen.
  • Na de ingreep dient u steunkousen te dragen. Na het ontslag uit het ziekenhuis dient een thuisverpleegkundige gedurende 8 dagen langs te komen om u inspuitingen tegen flebitis te geven
  • De wondjes worden gesloten met verteerbare hechtingen, die dus niet moeten verwijderd worden. Deze wondjes zijn wel gedekt met speciale verbanden die u toelaten om te douchen. Deze verbanden kunnen na 10 à 14 dagen verwijderd worden.
  • Om ontwikkeling van maagzweertjes tegen te gaan, worden gedurende 3 maanden maagbeschermers voorgeschreven (zoals bijvoorbeeld Pantomed, Omeprazole, …).
  • Bij een eerste controle wordt gestart met vitaminesupplementen om tekorten te voorkomen.
  • Na 2 weken mag u eventueel starten met extra beweging.
  • De werkonbekwaamheid bedraagt 3 tot 6 weken.
Het belang van levenslange opvolging
  • Een eerste controle wordt gepland een 6-tal weken na de ingreep. U wordt dan gezien door zowel de chirurg als door de diëtiste, zo nodig ook door de psychologe. Verdere controles volgen na 3, 6 en 12 maanden. Verder wordt aangeraden om 1x/jaar of zelfs 1x/2jaar) langs te komen. Twee keer per jaar is een bloedonderzoek van de huisarts noodzakelijk.
    De eerste twee jaar staan we erop dat u wordt opgevolgd in het ziekenhuis, dit vooral om een goede start te maken en te investeren in een gezond gewicht op lange termijn.
  • Achteraf blijft een 6-maandelijkse bloedafname noodzakelijk. Voor verdere opvolging kan je dan terecht bij je huisarts.
  • Uiteraard is – ook op langere termijn - begeleiding via de diëtiste/psychologe belangrijk voor een succesvol en blijvend resultaat. Enkel bij mensen die zich goed laten begeleiden naar voeding toe (en beweegadviezen) zien we dat het overgewicht niet meer terugkeert.
Postoperatief voedingsadvies

Ingrepen tegen (morbide) obesitas bieden een unieke kans om de inname van voedstel te beperken (door vermindering van het hongergevoel en door het beperken van het volume dat je kan eten), eventueel gecombineerd met een verminderde opname van calorieën. Deze ingrepen moeten dan ook gezien worden als een ‘hulpmiddel’ om gewicht te verliezen. Het zijn zeker geen ‘wondermiddelen’.

Dit betekent dat ook jij zelf levenslang aanpassingen zal moeten doen naar eetgedrag toe. Welke aanpassingen dit precies zijn, hangt in zekere mate af van het type ingreep dat werd uitgevoerd. Specifieke voedingsaanpassingen (zowel op korte als op langere termijn) ontvangt u van de diëtiste.

Bekijk hier het voedingstraject

Een aantal algemene tips

Indien u zich niet houdt aan deze voedingstips, dan kan het behoud van gewicht op termijn niet gegarandeerd worden. De kans is dan ook reëel dat u op termijn terug in gewicht bijkomt.

  • Voorzie 5 tot 6 eetmomenten per dag: 3 hoofdmaaltijden en 2 of 3 (gezonde) tussendoortjes.
  • Kauw heel goed (leg desnoods uw bestek neer tussen 2 happen). Hierdoor ga je automatisch rustiger en trager eten én voel je beter aan wanneer je genoeg gegeten hebt.
  • Neem kleine hapjes.
  • Drink traag en neem kleine slokjes.
  • Gebruik geen drank een half uur voor en na de maaltijd. Dit vult de kleine maag op en u kan minder en moeilijker eten.
  • Vermijd bruisende dranken.
  • Breng voldoende variatie in de voeding.
  • De maaltijdfrequentie is 3 maaltijden per dag en nog een klein stuk fruit tussendoor.
  • Geniet van de maaltijd hoe klein die ook is. Luister vooral naar je lichaam: genoeg is genoeg! Ga zeker niet forceren.